maandag 12 september 2016

12-09-2016: Reykjavik - Vegamót (via Reykholt)

Niettegenstaande het hier de hele nacht super rustig is geweest hebben we allebei niet te veel geslapen. Echt opmerkelijk hoe weinig verkeer hier te horen was. We zitten tenslotte in de hoofdstad van IJsland maar ik denk dat hier vannacht minder auto's zijn voorbijgereden dan bij ons op de boerenbuiten.
Wanneer de wekker dan om 07:30 afloopt hebben we beiden het gevoel maar een paar uurkes geslapen te hebben. 

We nemen op het gemak een lekker warme zwaveldouche - heel Reykjavik krijgt zijn warm water uit de grond - en pakken de koffers terug in de auto. Uitchecken kennen ze hier niet en we hoeven dus enkel de sleutel op de kamer achter te laten en de deur achter ons dicht te trekken.

Hierna gaan we op zoek naar een winkel en een plekje waar we kunnen ontbijten. Dit laatste vinden we in 'Reykjavik Roasters', een koffieshop van bijzondere aard. Zoals overal en alles hier in IJsland, niet goedkoop maar - gelukkig - wel erg lekker.

Het is al weer 10:10 wanneer we Reykjavik, onder een stralende zon en felle wind, laten voor wat het is en koers zetten richting Reykholt. Dit ligt wel niet op de route naar onze volgende overnachtingsplaats, maar er is daar in de buurt wel wat te zien.

Even buiten Reykjavik stoppen we bij Álafoss, een blijkbaar gekend wolfabriekje met bijhorende shop. De prijs van de handgebreide wollen truien en jasjes ligt hier echter op hetzelfde niveau als die van de winkels in de stad.

Om 11:10 rijden we weer verder en we kiezen voor de tunnel onder de Hvalfjordur Fjord i.p.v. de 50 km lange omweg rond de fjord. De weg duikt over een afstand van 3 km aan 7% naar beneden, om dan over dezelfde afstand weer te stijgen. Op het diepste punt zitten we dus grofweg 210 meter onder het wateroppervlak; niet te veel bij nadenken ;)

Hoe dichter we bij Reykholt komen, hoe dikker de bewolking wordt en uiteindelijk gebeurt dan ook het onvermijdelijke: het begint te regenen. Weliswaar motregen, maar daar wordt je dus ook flink nat van als je er lang genoeg door loopt. 

Reykholt is een gat bestaande uit twee kerken en enkele huizen. Het 19de-eeuwse kerkje werd vanaf 2001 gerestaureerd en het resultaat mag best gezien worden. Van 1206 tot 1241 leefde hier de schrijver Snorri Sturluson die hier in zijn natuurlijk warmwaterbad werd vermoord. Nu staat er een standbeeld van hem en van zijn warmwaterbad blijft enkel een dampende bron over. Leuk om eens gezien te hebben, maar veel stelt het allemaal niet voor. Gelukkig is het terug droog zodat we dit tenminste niet met een nat pak hebben moeten aanschouwen. (Straks zullen we bij het schrijven van deze epistel ontdekken dat we zijn warmwaterbad helemaal niet gezien hebben, maar enkel een warmwaterbron)

Even buiten Reykholt verlaten we het goede pad en rijden via een gravelweg richting Reykholtstadur. We zijn nog geen 2 km op de gravel, of er wordt ons met toeters en bellen duidelijk gemaakt dat we naar de bandendruk moeten kijken. Gaat echter moeilijk in de middle of nowhere en zonder drukmeter, maar ik kan niet direct een lekke band ontdekken. De rechtervoorband is wel slapper dan de rest. Er zit dan ook niks anders op dan verder te rijden, maar het plezier wordt er wel minder op. Reykholtstadur blijkt een breed dal te zijn, rijk aan hete bronnen die echter afgedekt zijn ten behoeve van de heetwatervoorziening in de streek en van de broeikassen die we enkele kilometers voor Reykholt hebben gezien. Eigenlijk komt het er op neer dat we dus niks gezien hebben...

Waar we wel iets te zien krijgen is aan de Hraunfossar en Barnafoss. 
De eerste bestaat uit een reeks watervalletjes die over een afstand van 1 km van onder het lavaveld uitkomen en zich in de wit-blauwe Hvitá-rivier storten. Deze laatste ontstaat in het Langjökkul, een groot gletsjerveld in de Golden Circle, en heeft zijn kleur te danken aan het gletsjergruis. 
De tweede waterval ligt in de rivier zelf en doet ons sterk denken aan 'Natural Bridge' in Yoho N.P., Canada. Bekijk de foto's maar en je begrijpt waarom.

Bij Húsafell proberen we de banden op te pompen, maar dit lukt niet erg en de gast die daar rondloopt is niet erg behulpzaam. Volgens hem mankeert niets aan de bandendruk en gaat die waarschuwing dikwijls af wanneer men op gravel rijdt. En als we dat niet willen geloven zal hij ons wel wat anders wijsmaken. Waarschijnlijk ligt zijn dwarsliggen aan het feit dat het weer regent en hij geen goesting heeft om nat te worden.

We besluiten dan maar om van de gelegenheid gebruik te maken om iets te eten. Soep, koffie, pizza en koud buffet (vooral pasta) a volonté voor de 'schappelijke' prijs van omgerekend € 20,50. Op de pizza na, hebben we het ons laten smaken.

We rijden nu terug richting Borgames via opnieuw een gravelweg. Het landschap is desolaat en om de zoveel kilometer komen we voorbij een eenzame boerderij. Daar waar 3 boerderijen liggen, staat er ook een kerk bij (1 was zelfs groot genoeg om er een paar 100 gelovigen in de stoppen). Overal lopen schapen en paardjes, maar 1 boer kweekt blijkbaar ook geiten. Wanneer we stoppen voor een foto komt de hele kudde richting omheining gelopen. Aantrekkingskracht??

Net voor Borgames komen we voorbij een tankstation waar ik opnieuw een poging onderneem om de banden wat lucht te geven. Hier lukt het onmiddellijk, alleen heb ik geen idee hoeveel druk er nu op zit want een drukmeter ontbreekt. Die krijg ik echter te leen van de vriendelijk uitbater. Nu alles in orde is, hoop ik dat de irriterende waarschuwingslampjes ook uitgaan. IJdele hoop zo blijkt.

Eens voorbij Borgarnes houdt het op met stillekes regenen; het valt er nu goed uit en de wind steekt ook nog een tandje bij. Het landschap is 20 km lang slaapverwekkend: een grote vlakte met een soort steppegras en in de verte door het regengordijn de wazige contouren van bergen. En dan rijden we nog bijna de enige bezienswaardigheid in 50 km voorbij. Een kleine waterval met op de achtergrond een mooi gebouwtje met groen dak. Ziet best mooi uit.

We rijden nog voorbij een lavaveld en omstreeks 17:00 komen we aan bij onze eindbestemming voor de komende 2 nachten: Een motelletje/tankstation op de kruising van de 56 en 54 in Vegamót.

Hier worden we enthousiast onthaald en krijgen we de nodige uitleg en voorstellen om de dag morgen te vullen.

Onze kamer is de laatste in de rij een ziet er heel goed uit; groter en gezelliger dan die van afgelopen nacht (niet dat die slecht was, maar toch...). Het zicht op de omgeving zou fantastisch zijn indien het weer wou meewerken. Ook voor het Noorderlicht trouwens ideaal: vrij zicht naar alle kanten en nergens lichtvervuiling. Alleen hebben we daar vandaag niks aan... (gisteren hebben ze het hier trouwens wel gezien)

Zonet heerlijk gegeten (de één mosselen en de andere veulenbiefstuk) in het enige restaurantje in 20 km omtrek en hopelijk volgt nu een fatsoenlijke nachtrust.

Oh ja, nog bijna vergeten: vandaag dus een mix van (een beetje) zon, (veel) wolken, (bij tussenpozen) regen en en straffe wind. Dat alles bij temperaturen tussen de 8 en 11 graden. Als we de temperaturen van gisteren, afgelopen nacht en vandaag bij elkaar optellen hebben we ook 30 graden gehad (zeg nu nog eens dat ik een geboren pessimist ben) :D

245 km gereden.













































Geen opmerkingen:

Een reactie posten